heerkenshoeve

heerkenshoeve

Historiek
De zonnekoning in Putte?

Hoeve “Heerreken” is reeds terug te vinden op de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (1771-1778), opgemaakt op initiatief van graaf de Ferraris.

Op de kaart Van der Maelen (1850) zien we dat er een kasteelparkje is aangelegd ten noord oosten van de Heerkenshoef, omgeven door een watergordel. In het park bevond zich een lusthof onder de naam “Boskee” , waarschijnlijk aangelegd tussen 1840 en 1850 door een koopman uit Mechelen. Aan de voorkant van het kasteel is nog een dienstgebouwtje zichtbaar, waarschijnlijk met bakoven.

De 6 dreven vertrekkende van uit "Boskee"
De 6 dreven vertrekkende van uit “Boskee”

Vanuit het omgracht domein ontspringen zes dreven, als zonnestralen uit de zon, een centrale dreef en vijf nevendreven. De centrale dreef moet in de periode rond 1850 zo’n 34m breed geweest zijn, bestaande uit een hoofdweg, grachten en nevenwegen. De hoofdlaan was wellicht een brede aarden weg omzoomd door stevige bomen (acacia’s) waarop vroeger heer met paarden en koets paradeerde, terwijl aan weerszijden van de gracht een pad was voorzien voor de knechten, eveneens afgeboord met het nodige groen. Enkel de centrale dreef naar de Tinstraat en de dreef naar de Leuvensebaan zijn momenteel nog zichtbaar.

Op één van de nevendreven is een cirkelvormige vijver gelegen, de vorm van deze vijver kan men nu nog herkennen in het landschap. Deze vijver werd gegraven om de toen aanwezige  Kruysbaen Molen op een verhoogde berg (molenberg) te kunnen plaatsen.

Kruysbaanmolen
Kruysbaanmolen

Nadat de molen in de oorlog van 1914-1918 was afgebrand werd de vijver met dezelfde grond terug opgevuld.

Het plezier in het kasteelpark moet van korte duur geweest zijn want op de kaart van 1873 is het landhuis reeds verdwenen. Ook zijn maar drie van de zes dreven nog duidelijk zichtbaar.

Op de kaart van 1939 is alle groen verdwenen, behalve binnen de Boskee.

Op de kadasterkaart van de gemeente Putte in 1958 is te merken dat de Boskee tot bos is veranderd en dat de rest van het gebied gebruikt wordt als landbouwgrond. Er is wel weer meer groen aanwezig door de heraanplanting van de dreven en aan de oostkant is een stuk bos bijgekomen.

In 1972 werd het gebied van ruim 17ha aangekocht door het gemeentebestuur en vestigden zich er verschillende verenigingen (korfbal, voetbal, wipmaatschappijen, hondenclub).

In 2012 werden de vijvers aangelegd voor waterbuffering en werden de kunstgrasterreinen aangelegd.

Natuurwaarde
De site is op heden niet bijzonder biologisch waardevol. Het is er wel aangenaam toeven tussen de verschillende groene elementen :

  • De “Robinia dreef” van de Leuvensebaan naar de Boskee.
  • De centrale dreef van Tinstraat naar de Boskee met voornamelijk tamme kastanje.
  • In de Boskee zelf vind je voornamelijk Amerikaanse eik als doorgeschoten hakhout met weinig ondergroei.
  • Langsheen de Leuvensebaan is er een houtsingel aangelegd door de schoolgaande jeugd van Putte met voornamelijk hazelaar en zwarte els.
  • In het geboortebos is er voornamelijk winterlinde en zomereik aangeplant, met wisselend succes.
  • Het oostelijk deel van het gebied is voornamelijk vochtig weiland en een bosje met struweel en abelen. Men heeft hier een padje aangelegd, omboord met hakselhout.
  • In de houtkant langs de Tinstraat vind je ook enkele bessen.
  • De poel is omgeven met lisdodde en waterranonkel en ’s avonds kan je er dwergvleermuizen spotten.
  • In de Heerkenslei staat er nog een oude plataan, waarschijnlijk een relict van een platanendreef uit het verleden.

Vergeet ook niet eens te kijken achter het lokaal van Natuurpunt De Putter : hier kan je, afhankelijk van het seizoen, smullen van okkernoten, hazelnoten, druiven, peren, kweeperen, appels en vlier.

Natuurbeheer
De recreatieve zone is in realiteit uitgebreider dan op het gewestplan. Het is toch aangewezen om het oostelijk deel als natuurzone te vrijwaren.

Voor het beheer en om de natuurwaarde te verhogen kunnen we volgende suggesties geven:

  • Hakhoutbeheer van het groenscherm langs de Leuvensebaan
  • Behoud van de inheemse soorten in de Boskee, streven naar een droog eiken-haagbeukenbos i.p.v . Amerikaans eikenbos door gerichte kapping.
  • Gebruik van es en els als geboorteboom.
  • Creatie van een ‘vlinderbosje’ op het weilandje dat goed beschut ligt tussen de bomen.
  • Weide langs de Heerkenslei niet meer agrarisch gebruiken en door maaibeheer omvormen tot een bloemenweide.
  • De aanleg van een amfibieënpoel. Het kwelgebied ter hoogte van het geboortebos lijkt de meest geschikte locatie (grondwater stroomt van de cuesta van de Ixenheuvel in zuidelijke richting, de Boomse klei bevindt zich hier op 2,5-5m onder maaivels met daarbovenop een lemig zandpakket).
  • De voormalige voedselrijke landbouwgronden overal proberen om te vormen tot vochtig heischraal grasland door maaibeheer. Dat bestaat vooral uit grassen en kruiden met dwergstruiken die niet dominant zijn. Zo kunnen o.a. vlasbekje, duizendblad, Sint- Janskruid en biggenkruid zich ontwikkelen.